Centrale onderzoeksvraag

Centrale onderzoeksvraag

Centraal in het schema staat het vraagteken. Rond een maatschappelijk(e) thema/ situatie wordt een onderzoeksvraag geformuleerd, waarbij leerlingen een positie kunnen innemen. Het antwoord op de vraag zal dus geen éénduidig antwoord/ oplossing zijn. Het draait immers om een (complex) maatschappelijk ethisch probleem ('wicked problems'). Onafhankelijk van de leeftijd kan het gaan over de (directe) wereld rondom ons, de kringloop in de natuur, de zorg voor mezelf, de ander, de wereld… Bij oudere leerlingen kunnen ook complexere vragen zoals energievoorziening, gebruik van ggo’s, klimaatverandering, vluchtelingenproblematiek, interculturele competenties, …. aan bod komen. Het onderwerp of de onderzoeksvraag kan dus heel uiteenlopend zijn en kan ethische, sociale, ecologische en economische aspecten omvatten.

Je kan ook vertrekken vanuit de emoties van de leerlingen. Iemand maakt zicht zorgen of wordt boos omwille van een situatie. Samen gaan we op zoek naar meer informatie om dit te kunnen plaatsen.

Of we vertrekken vanuit een bestaande actie en stellen ons daar vragen bij. Waarom werd deze actie opgezet en bereikt deze actie wel effectief iets? Of misschien hebben de leerlingen vragen over de toekomst en wensen ze die te beïnvloeden (zie ook ‘Wat kan ik ondernemen?’).