Eerste hulp bij heldere doelen (werkvorm)

Situering en doel

Doelen zetten een stip op de horizon en creëren spankracht en motivatie. Toch is het niet altijd makkelijk om te verwoorden wat het doel is. Soms blijven we steken in het omschrijven van het probleem dat we van de baan willen, of we blijven vaag, of we verwarren doel en middel.

Negatieve doelen (waar we vanaf willen of waar we tegen zijn) zijn minder motiverend en energie-gevend dan positief geformuleerde doelen (“We willen minder ongekwalificeerde uitstroom in het middelbaar onderwijs” versus “Ons doel is dat meer leerlingen het diploma halen”.)

Vage, abstracte doelen zijn een veel voorkomend probleem in groepen. Hoe abstracter, hoe makkelijker het is om het eens te worden. Maar is dan voldoende duidelijk waar we precies naartoe willen? Doorvragen en concreter maken is de boodschap (“We willen de kennis die we samen opbouwen beschikbaar maken voor de buitenwereld” … welke kennis? Voor wie? Wat moet dit opleveren?). Wees dus niet te snel tevreden.

Een ander bekend probleem is dat er vooral gediscussieerd wordt over opties en oplossingen, zonder dat duidelijk is wat onderliggend echt belangrijk is. Verwarring tussen doel en middelen is dan aan de orde. “We willen een studiedag organiseren over deze nieuwe methodiek …” is geen doel, maar een middel. Doelen verwijzen naar het resultaat dat moet voortvloeien uit zo’n studiedag, bv. “We willen dat de deelnemers deze nieuwe methodiek nadien gebruiken in hun werk “.

Daarom is het goed om voldoende stil te staan bij een scherpe formulering van de doelen, in termen van resultaten en gewenste veranderingen.

Werkvorm

Behulpzame vragen: hoe vis je de doelen uit een gesprek of discussie?

  • Als ons project succesvol is, wat zou dan in de praktijk anders lopen?
  • Wanneer vind je dat we een stap vooruit zijn?
  • Wat moet er op het einde van de rit liggen opdat jij blij zou zijn?
  • Waaruit leid je af dat we in de positieve richting evolueren?
  • Welke effecten wil je zien?
  • Wat wil je hier uit halen?
  • Waaraan zal de doelgroep, achterban, samenleving, … merken dat dit project bestaan heeft?
  • Wat betekent – in het kader van dit project – rendement volgens ieder van jullie?
  • Wat zou je willen bereiken/creëren dat er nu nog niet is?
  • Welke feedback zou je graag van de sector, doelgroep, …. krijgen op het einde?
  • Wanneer zou jouw moederorganisatie (achterban) zeggen: doe nog maar eens zo’n project?
  • Wat zou een mooi resultaat zijn van dit project?
  • Als iemand met een oplossing komt (middel), vraag dan: “wat is hier belangrijk in?”

Meer info

Geïnspireerd door de training ‘Inspirerend Coachen van Teams en Groepen’ (Jef Clement)