Hoofdmenu

Praktijk 1

 

  
  
  
  

OBSERVEREN EN LESGEVEN (NA PASEN)

Welke studenten komen stage lopen?

Studenten uit het eerste jaar van de opleiding.

Wanneer komen de studenten?

In de week van 22 tot 26 april komen de studenten uit het eerste jaar de klassen en lessen observeren die ze de week nadien zullen overnemen.

In de week 29 april tot 3 mei geven de studenten uit het eerste jaar hun eerste volledige lessen. Die kunnen over de hele week gespreid zijn.

De studenten geven bij voorkeur 2 uren les per onderwijsvak. Bij vaardigheidsvakken kan het ook om blokken van 4 uur gaan indien die blokken één afgebakend geheel vormen (zie verder).

Een student zal dus 1 of 2 uur les geven bij jou deze week.

Het is mogelijk dat andere eerstejaars observeren in de les van een medestudent.

Wat moeten de studenten doen?

Studenten krijgen een lesonderwerp of lesdoel van jou en werken een les zelfstandig uit. Dit betekent dat zij de lesvoorbereiden inclusief alle bijlagen/didactisch materiaal. Ze houden hierbij in de mate van het mogelijke rekening met de beginsituatie.

  • Studenten die bio-esthetiek of haartooi als onderwijsvak hebben, mogen tijdens de actieve stages ook blijven participeren met stijgende graad van verantwoordelijkheid. Dit betekent dat ze voldoende momenten voor hun rekening nemen tijdens een praktijkles, maar niet de hele les ‘dragen’. Organisatorisch is dit nog te hoog gegrepen. Bekijk hier de mogelijkheden voor participeren.
  • Studenten gezondheidsopvoeding geven bij voorkeur theoretische lessen tijdens de actieve stage (die ze dan ook autonoom kunnen geven).

Het is belangrijk niet uit het oog te verliezen dat de studenten hun eerste lessen geven. De verwachtingen (ook op vlak van lesonderwerp/opdracht) moeten dan ook in die lijn liggen.

Het is zeker toegestaan dat teamteachingsvormen worden toegepast tijdens deze lessen in de actieve stage. De student neemt wel de leiding. Voorbeeld: de student geeft een herhaling van vorige les, geeft een klein stukje instructie en legt een oefening uit. Daarna wordt de oefening samen met de vakmentor begeleid en de vakmentor licht de oplossing van de oefening klassikaal uit. De student zet de inhoud vast en sluit de les af. Ook bij vaardigheidsvakken is samenwerken met de vakmentor zeker toegestaan en vaak zelfs wenselijk.

In welke richting moeten de studenten groeien?

De groei die we bij studenten ondersteunen en verwachten is vertaald in de stageverwachtingen van DP1. Met duidelijk beschreven gedrag wordt vastgelegd wat we verwachten van elke student.

Je kan de stageverwachtingen van DP1 bekijken via deze link

Wat wordt van mij als vakmentor verwacht?

Van de vakmentoren wordt vooral verwacht dat zij

  • ervoor open staan dat studenten hun eerste kansen grijpen. Fouten maken mag, de studenten zetten hun eerste stappen.
  • tijdig lesonderwerpen/lesdoelen doorgeven aan de studenten en relevante beginsituatiegegevens meegegeven. Dit gebeurt bij voorkeur voor de paasvakantie.
  • ervaringen delen met studenten.
  • de les(sen) kort nabespreken met studenten
  • één beoordeling van de les invullen. Dit gebeurt elektronisch. Deze link krijg je in de loop van de observatieweek in je mailbox.
    • Als de student verschillende lessen geeft op verschillende momenten, volstaat het om één keer het elektronisch verslag in te vullen.
    • Als een student meer dan één vakmentor heeft voor een zelfde vak, wordt het elektronisch verslag (na overleg tussen de vakmentoren) één keer ingevuld (voor de beide vakmentoren samen).

Zoals eerder aangegeven bereiden studenten hun lessen tijdig voor. Je kan hierover afspraken maken met de studenten (bijvoorbeeld lessen op voorhand doorsturen). Lesvoorbereidingen bekijken mag, maar is geen vereiste.

Elke student wordt begeleid door de ankerfiguur/stagebegeleider vanuit de opleiding die aan de stageschool verbonden is. Deze ankerfiguur plant een kort lesbezoek bij de studenten of vraagt aan de student om een kort fragment uit de door hem gegeven les op nemen (waarbij alleen de student in beeld is). Op die manier wordt elke student ook door de ankerfiguur uit de opleiding gecoacht.

Bij wie kan je terecht met vragen en opmerkingen?

Ankerfiguur: stagebegeleider op jouw ankerschool

Praktijkcoördinatie:

PARTICIPEREN

Welke studenten komen stage lopen?
Studenten uit het eerste jaar van de opleiding die het opleidingsonderdeel 'DP1 - didactiek en praktijk 1' volgen.  .

Wanneer komen de studenten?
2 praktijkdagen > dinsdagen 27/2 en 5/3

Studenten krijgen een rooster van 4 lesuren om te observeren en te participeren. Die 4 lesuren kunnen bestaan uit lesuren van de onderwijsvakken van de student (zoals het vak dat jij geeft) of andere vakken die de student niet volgt.
Studenten participeren bij voorkeur in DUO.

Welke opdrachten hebben de studenten?
Studenten krijgen participatieopdrachten waarbij ze voor het eerst kennis maken met de praktijk. Dit betekent dat zij iets samen met de vakmentor uitproberen, een gerichte taak opnemen of een klein stukje van een les voor hun rekening nemen.

Participatie wordt geleidelijk opgebouwd.
Tijdens de eerste praktijkdag participeren studenten zonder voorbereiding. Ze maken daarna met jou afspraken om tijdens de tweede praktijkdag iets uit te proberen of ergens te ondersteunen, met een grotere mate van verantwoordelijkheid.

Concrete voorbeelden (deze lijst kan uiteraard nog uitgebreid worden)

  • Een leerling begeleiden en ondersteunen
  • Een groepje leerlingen ondersteunen tijdens groepswerk / tijdens een uitvoeringsmoment
  • Oefeningen van leerlingen nakijken
  • Een eenvoudig stukje instructie geven
  • Een oefening (met oplossing) klassikaal maken
  • Een kort lesfragment overnemen
  • Een stukje lesgeven of hernemen voor een klein groepje
  • Stap 1 geven van het 4-stappenplan (bijvoorbeeld OVUR of IPUE-methode à praktijkvakken).
  • Een lesintro geven / een creatief lesbegin geven
  • Een les afsluiten
  • Een vastzetting of tussentijdse synthese voorbereiden/geven
  • Dezelfde inhoud geven als de vakmentor (in twee groepen werken dus)
  • Een toets afnemen/begeleiden
  • Visuele ondersteuning ontwikkelen en inbrengen
  • Een korte samenvatting van een les geven (op het einde van de les)
  • Een bordschema opbouwen
  • Een oefening voorbereiden en geven
  • Een moeilijk onderdeel op een creatieve manier aanbrengen
  • Een quiz voorzien op het einde van de les (met smartphone, voorbereid tijdens de les)
  • Demonstreren van een (nieuwe) techniek (praktijkvakken).

Wanneer het kan, doen studenten tijdens het participeren nog enkele (delen van) observatieopdrachten met focus op didactische componenten, klasmanagement en taal.

In welke richting moeten de studenten groeien?

De groei die we bij studenten ondersteunen en verwachten is vertaald in de stageverwachtingen van DP1. Met duidelijk beschreven gedrag wordt vastgelegd wat we verwachten van elke student.

Wat wordt van mij als vakmentor verwacht?

Van de vakmentoren wordt vooral verwacht dat zij

  • ervoor open staan dat studenten participeren. De student kan alleen, maar ook in teamteaching met de vakmentor participeren.
  • met de studenten bespreken welke participatiekansen zij kunnen grijpen tijdens de 2de praktijkdag van 5 maart zodat studenten dit eventueel kunnen voorbereiden.
  • hun deuren openzetten voor de studenten en op die manier ervaringen delen.
  • kort enkele zaken met de studenten te bespreken of hun vragen te beantwoorden.

Er moeten geen verslagen ingevuld worden. We geloven sterk in mondeling overleg en feedback.

Elke student wordt begeleid door de ankerfiguur/stagebegeleider vanuit de opleiding die aan de stageschool verbonden is. Deze begeleider doet in principe geen lesbezoeken tijdens de praktijkdagen, maar volgt wel de ervaringen die studenten opdoen op.

Uiteraard kunnen vakmentoren contact opnemen met de ankerfiguur van de school wanneer er zaken besproken moeten worden.

Bij wie kan je terecht met vragen en opmerkingen?
Ankerfiguur

Praktijkcoördinatie:
Praktijkbeheerder: Fleur Liefooghe
praktijkcoordinatie.secundaironderwijs@arteveldehs.be
09 234 82 70