Sterktes en hulpbronnen (werkvorm)

Situering en doel

In de startfase van een samenwerkingsverband is het motiverend om de krachten en hulpbronnen die rond de tafel aanwezig zijn te benoemen en te verzamelen. Wie de ruimte krijgt om zijn sterktes voor de groep te benoemen, ervaart erkenning en waardering en zal zich nadien ook gemotiveerd voelen om zijn bijdrage te leveren. Voor de luisteraars is het een verrijking om de verschillende invalshoeken en expertise rond de tafel te leren kennen. Juist door het delen en verbinden van sterktes en hulpbronnen kan de samenwerking meerwaarde creëren.

Sterktes en hulpbronnen kunnen zijn:

  • middelen (materieel, infrastructuur, financieel, personeel)
  • kennis, informatie, referentiekaders
  • vaardigheden & competenties
  • ervaringsdeskundigheid
  • relaties en contact-netwerk
  • beïnvloedingsmacht op basis van positie, functie, reputatie
  • collectieve macht (aantal en kracht van de achterban)

Werkwijze en verloop

Doe een gespreksronde, waarbij ieder om beurt (ongeveer) evenveel spreektijd krijgt. De vraag voor de gespreksronde kan zijn: Op welke manier voelt jouw organisatie zich betrokken bij het thema/doel van deze samenwerking + welke bijdrage denk je dat jouw organisatie kan leveren?

Werk volgens het “popcorn-principe”: wie voelt dat hij/zij het woord wil nemen, neemt zijn beurt. Bij een klassiek rondje bestaat de kans dat men zenuwachtig wordt als zijn/haar beurt naderbij komt, waardoor men vaak niet goed luistert naar zijn voorganger.

Ten slotte: sta niet toe dat er gediscussieerd wordt of dat dingen in twijfel worden getrokken; richt de focus op het exploreren van sterktes en hulpbronnen. Er kunnen wel verduidelijkende en verdiepende vragen gesteld worden, maar pas nadat de inbrenger uitgesproken is.

Varianten

Een vergelijkbare vraag voor een gespreksronde kan zijn: wat komt jouw organisatie brengen en wat hoopt jouw organisatie hier uit te halen?
Een andere variant is: Wat kan jouw organisatie hier inbrengen en wat verwacht je van de andere organisaties dat ze inbrengen?

Je kan de situatie ook omdraaien: de groep benoemt vrijuit welke sterktes en hulpbronnen ze vermoeden bij één organisatie. Nadien kan de betrokkene bevestigen, aanvullen of corrigeren.

Je kan ook met post-its werken: ieder schrijft zijn kwaliteiten en hulpbronnen op een post-it. Deze worden door de groep samen overlopen en in clusters samen gebracht.

Bron: Pronet