Projecten afbakenen (werkvorm)

WERKVORM (REA W4): projecten afbakenen

Situering en doel

We gaan er voor deze werkvorm van uit dat er een besluit is over de gemeenschappelijke doelen van het samenwerkingsverband.

Het doel van deze werkvorm is om via interactie en co-creatie te komen tot duidelijke acties of projecten. Daarbij wordt ook zichtbaar in welke project-ideeën energie en drive zit, zodat hiermee rekening kan gehouden worden bij de prioritering of keuze.

Werkwijze en verloop

Deze aanpak met een aantal stapsgewijze vragen kun je meteen plenair doen. Of je kunt er voor kiezen om ze eerst in duo’s te bespreken en – op basis van de duo-presentaties – het plenaire gesprek te voeren. Beide formules zijn goed, alleen is de betrokkenheid en inbreng van iedereen groter als je met duo’s start. Het fenomeen van sprekers en zwijgers zal zich minder voordoen. Anderzijds heb je voor de duo-formule meer tijd nodig. Het verloop staat hieronder beschreven voor de duo-formule.

Vorm eerst de duo’s en spreek af wie A en wie B is.

1ste ronde: eerst krijgt A de kans om te spreken, terwijl B de vragen stelt + noteert. B overloopt de 3 onderstaande vragen en nodigt A uit om vrijuit zijn gedachten, associaties en voorstellen te brengen.  Nadien wissel je om en krijgt B de kans om zijn ideeën en voorstellen te vertellen.

  • Wat zou jij / jouw organisatie ondernemen om het gemeenschappelijke doel dichterbij te brengen? Wat voor mogelijkheden zie jij? Welke ideeën leven in jouw organisatie hierover?
  • Welk specifiek project zou dit kunnen worden (denk op middellange termijn: 1 à 2 jaar) + zoek een duidelijke, sprekende titel voor dit project-idee
  • Zijn er nog andere projecten die je kunt bedenken in functie van dit doel? Geef die ook een sprekende naam

2de ronde: duo-gesprek over en weer.

Kies elk één project, dat volgens jullie het belangrijkste is en bespreek onderstaande vragen. Noteer dit ook op een flap aan de hand van onderstaand schema.

  • Over welke interne en externe hulpbronnen beschik jij / jouw organisatie om dit project te realiseren? Innerlijke hulpbronnen hebben te maken met competenties, talenten, ervaring, … Uiterlijke hulpbronnen zijn bv. contacten, financiën, materiële mogelijkheden, …
  • Welke hulpbronnen moet je nog verwerven / verzamelen om dit project tot een goed einde te brengen?
  • Welke hindernissen voorzie je bij de uitwerking van dit projcet?

TITEL van het project:

 

Hulpbronnen die je hebt:

 

 

 

 

 

 

Hulpbronnen die je nog moet verwerven

Hindernissen die je ziet

 

 

 

 

 

 

(leeg veld)

 

 

3de ronde: plenaire uitwisseling

De flappen worden plenair aan elkaar voorgesteld en opgehangen.

Vervolgens loopt iedereen rond met een stift en bekijkt welke project-ideeën hij/zij genegen is en wil steunen:

  • als je het project-idee steunt, schrijf je je naam erbij (in het lege veld)
  • als je meteen ook een bijdrage kunt leveren i.v.m. ontbrekende hulpmiddelen, dan schrijf je de aard van jouw bijdrage tussen haakjes achter je naam

4de ronde: plenaire besluitvorming

De aangevulde flappen worden plenair tentoongesteld. Meteen is ook duidelijk naar welke project-ideeën de energie van de leden gaat. Via gesprek of een andere vorm van besluitvorming kunnen prioriteiten en/of keuzes worden gemaakt.

Bron: Pronet