Coördinatiemechanismen (werkvorm)

Situering en doel

Provan & Kenis hebben 3 formules van “netwerk-governance” beschreven. Ieder type heeft zijn voor- en nadelen. Inzicht in de voor- en nadelen kan helpen om een goede keuze te maken bij de uitbouw van de samenwerking. “Netwerk-governance is het verbinden of delen van informatie, middelen, activiteiten en competenties van minstens drie organisaties om samen een outcome te bewerkstelligen.”

Werkwijze en verloop

Een gesprek over de drie vormen van coördinatie kan helpen om meer duidelijkheid te krijgen over het gewenste bestuur en beheer van het samenwerkingsverband.

Dit zijn de drie types die Provan & Kenis onderscheiden:

  • Zelfregulerend netwerk: de organisaties werken onderling samen via gedeelde besluitvorming. Er is geen afzonderlijke besturingseenheid. De netwerkleden verdelen alle sturende en coördinerende taken onder elkaar.
  • Leiderorganisatienetwerk: één van de leden van het netwerk neemt een voortrekkersrol op zich om de samenwerking te coördineren en te ondersteunen. Er ontstaat dus een belangrijk onderscheid tussen de “leden” en de “leider”: de verantwoordelijkheid van de netwerksturing wordt bij één van de primaire partijen gelegd
  • Netwerk administratieve Organisatie (NAO): hier wordt de coördinatie en administratieve ondersteuning toevertrouwd aan een faciliterende entiteit, die niet één van de primaire partijen is

Elk van deze types heeft zijn voor- en nadelen en deze zijn min of meer af te lezen uit de visuele voorstelling met pijltjes hierboven.

 

Voordelen

Nadelen

Zelfregulerend

Netwerk

Hoge onderlinge participatie en betrokkenheid

Veel gelijkwaardige interacties

Weinig structuur of hiërachie nodig

Niet steeds efficiënt (veel tijd nodig voor overleg en besluitvorming)

Besluitvorming kan moeilijk liggen

Geen gezicht naar buiten

Kan slechts met beperkt aantal partners

Leiderorganisatie

Netwerk

Duidelijke rol- & taakverdeling

Voortgang wordt bewaakt

Duidelijk gezicht naar buiten

Spanning en conflicten mogelijk t.a.v. de dominante partner die leiding heeft

Afname van onderlinge interacties

Mogelijk verlies van eigenaarschap bij de deelnemende partners

Netwerk Administratieve Organisatie

Duidelijke rol- & taakverdeling

Ondersteuning en taakopvolging is gegarandeerd

Risico van eenzijdig procedurele invulling van de faciliterende entiteit

Afname van onderlinge interacties tussen primaire partners

Mogelijk verlies van eigenaarschap en inhoudelijke betrokkenheid

Deze 3 types kun je met de groep bespreken. Je kunt peilen naar de voorkeuren van ieder en zo een aantal bekommernissen verzamelen. Dit gesprek kan aanwijzingen opleveren voor de vormgeving van de samenwerking.

Meer info

Kenis, P. & Provan, K., “Het network-governanceperspectief”, in: Business Performance

Management, 297-312, Lemma, Boom, 2008.