Visie
Visie op vakdidactiek

Vanuit de literatuur namen we enerzijds het model van Schulman (1986) als uitgangspunt maar we werkten vooral verder met het daarop gebaseerde vak3dactisch model (School of Education, 2009-2011). Daarbij is vakdidactiek de plek waar didactiek, vakinhoud en praktijk elkaar ontmoeten.
Visie op een geclusterde vakdidactiek
Het onderwijs rekruteert niet alleen leraren uit een professioneel gerichte bacheloropleiding voor secundair onderwijs. Zeker voor technische en praktijkvakken is de vraag naar leraren die hun vakkennis baseren op een vakinhoudelijke opleiding en/of aanvullende beroepservaring groot. Zij volgen meestal een bijkomende, al dan niet verkorte, opleiding tot leraar.
Binnen dit project koos de projectgroep ervoor om te vertrekken vanuit volgende clusters:
- wetenschap & technologie
- kunst & creatie
- economie & organisatie
- talen
- gedrag & maatschappij
- gezondheid, voeding & welzijn
De keuze hiervoor is gebaseerd op volgende argumenten:
- deze clustering sluit aan bij de domeinen die in de hervorming van het secundair onderwijs worden nagestreefd.
- de clustering vormt een aanzet voor de toekomstige leraar om vakoverstijgend na te denken over zijn onderwijspraktijk en om in dialoog te gaan met collega’s binnen en buiten het eigen vakgebied.
- de clusters maken het aanbod van lerarenopleidingen gemakkelijker te vergelijken in functie van EVK.
- deze clusters zijn bedoeld als richtinggevende structuur voor toekomstige leraren maar laten voldoende ruimte om daarbinnen en daarbuiten (vak)didactisch overschrijdend te werken.
Visie op technische en praktijkgerichte vakdidactiek
Technische en praktijkgerichte onderwijsvakken worden mede omwille van het fysische aspect soms niet als evenwaardig beschouwd (Bijv. Nieuwsbericht technologiefederatie Agoria). Nochtans is er heel veel nood aan technisch geschoolden (Bouwberoepen worden almaar meer knelpuntberoepen, Waarom worden opleidingen voor vakmensen niet populairder).
Daarnaast worden leerkrachten in technische- en beroepsscholen geconfronteerd met heel wat uitdagingen op vlak van doelpubliek (superdiverse klassen, uiteenlopende motivaties, meervoudige problematieken), technische innovaties, contacten met bedrijven en externe organisaties… Net daarom is een belangrijke rol weggelegd voor vakdidactici om hun praxis blijvend te exploreren en onderzoeken (Lukas, B., Spencer, E., and Claxton, G, 2012).
Dit gaat hand in hand met een maatschappelijke herwaardering van de praktijkgerichte scholing op alle niveaus (Bijv. ‘Marckske’ zet beroeps- en technisch onderwijs in de schijnwerpers). Het praktijkgericht lesgeven, en dus ook diens specifieke didactiek, is complex en daagt zowel hoofd als handen uit (Bill Lukas, 2012). Praktijkgerichte lerarenopleidingen zijn uniek in hun beroepsgerichtheid en vergen daarom een aantal specifieke competenties. (Jos van Meegen, 2015).
De vakken die wij in ons onderzoek betrokken zie je in onderstaand overzicht:
Arteveldehogeschool | CVO Kisp |
|
|
Een aantal aandachtspunten zijn kenmerkend voor deze praktijkvakken. Gebaseerd op interviews en focusgroepen tijdens dit transitieproject selecteerden we de volgende kenmerken:
- praktijkleerkrachten faciliteren het leren in zowel het klas- en praktijklokaal als in bedrijven (bijv. gedurende stages).
- praktijkvakken vragen vaak om een specifieke (klas-)organisatie en specifieke werkvormen.
- veiligheid (procedures, hygiëne, ergonomie…) is een belangrijk aandachtspunt voor elke praktijkleraar.
- geïntegreerd werken (zowel de integratie van theorie en praktijk als vak(groep)overstijgend werken) is noodzakelijk voor praktijkvakken.
- proces-, product- én attitudes evalueren is noodzakelijk om de lerende op te volgen.
- onderzoekend leren blijkt uit praktijkbevragingen een belangrijke focus in praktijkvakken.
- door de vele uren samen in het praktijklokaal wordt ‘de leraar als opvoeder’ belangrijker dan ooit.
- …
Omwille van al deze argumenten verdient een vakdidactiek voor technische en praktijkvakken dus bijzondere aandacht.
Visie op zij-instromers
Dit project kadert in de toekomstige verkorte lerarenopleiding. Vanaf 2019 zullen studenten die al een diploma of relevante praktijkervaring hebben hun lerarenopleiding aanvatten binnen de verkorte bachelor secundair onderwijs of de educatieve graduaatsopleiding aan de hogeschool. Het specifieke profiel van zij-instromers kenmerkt zich door bijv. andere verwachtingen van het beroep, beperkte beschikbaarheid, uiteenlopende verworven bekwaamheden... (Tigchelaar, 2012).
Uit het onderzoek van Thijssen (1996) worden twee wenselijkheden geformuleerd ten aanzien van scholingsbijeenkomsten voor (oudere) volwassenen. Hij ontleent deze wenselijkheden aan de praktijktheoretische noties van ervaren bedrijfsopleiders.
De eerste wenselijkheid is die van een aangepaste sociale context. Dit houdt in dat het voor volwassenen met veel levenservaring van belang is dat het leren van nieuwe zaken in een vriendelijke sociale sfeer gebeurt. Het is daarbij wenselijk om gelijkwaardigheid tussen docent en cursist en cursisten onderling na te streven.
De tweede wenselijkheid die Thijssen formuleert is die van de aangepaste logistieke context. Dit houdt in dat het voor volwassenen met veel levenservaring die geconfronteerd worden met het leren van nieuwe zaken, belangrijk is dat zij de leersituatie aankunnen, dat wil zeggen kunnen overzien en beheersen, c.q. beïnvloeden, bijvoorbeeld door een flexibele planning van tijd en inhoud.