Kra-kraai, de klaspop heeft een hele bak met rommel staan die hij dringend moet opruimen. De voorwerpen met een O gaan in de O-cirkel en de voorwerpen met een A in de A-cirkel. Deze oefening is effectief omdat de juf ook de letters O en A visueel aanbiedt. Zo kunnen kleuters de koppeling maken tussen klank en teken.
Bij de kinderen die het moeilijk hebben, verwijst de juf naar de stand van de mond: klein mondje: O, grote open mond: A. Voorwerpen met O en OO (of A en AA) in één oefening kunnen kleuters in verwarring brengen (bv. bal en aap). Het analyseren van de begin- en eindklanken (A-ppel) is gemakkelijker dan het analyseren van middenklanken (vb. b-A-l).