Dit zijn de populairste beleidsmaatregelen voor onderwijs

Voel jij het ook? Het is verkiezingstijd! Partijmilitanten trekken de straten op en een brede waaier aan folders belandt in onze brievenbus. In elk partijprogramma is er aandacht voor onderwijs, maar de klemtonen per partij liggen uiteraard anders. Over één iets zijn vier van de zeven partijen het wel eens: de warme maaltijden op school zouden gratis moeten zijn, of toch zeker voor kansarme leerlingen in het basisonderwijs. Maar wat vertellen de andere beleidsvoorstellen ons? En nog belangrijker: hoeveel waarde hecht de leraar zelf aan deze maatregelen? Via de app van Teacher Tapp hebben we ons panel van meer dan 1.000 leraren gevraagd om negen beleidsmaatregelen over onderwijs te prioriteren.

Raadpleeg hier het uitgebreide rapport.
Bekijk hier het bijhorende krantenartikel.
Lees hieronder de samenvatting van het rapport.

Een samenvatting

Onderzoeksmethode

Als Teacher Tapp Team hebben we de zeven partijprogramma's grondig geanalyseerd. Daarbovenop ontleedden we de huidige stemtesten, alsook gelijkaardig onderzoek van Teacher Tapp Verenigd Koninkrijk en Nederland. Vervolgens maakten we een selectie van negen onderwijsgerelateerde beleidsmaatregelen die paarsgewijs aan de respondenten werden voorgelegd, gespreid over zes dagen. De bijhorende vraag luidde: “Als de volgende regering slechts één van deze beleidsmaatregelen kan uitvoeren, welke kies je dan?” Deze methode resulteerde in een ranglijst van beleidsmaatregelen. Aan welke maatregelen kenden de leraren de hoogste prioriteit toe?

Ranglijst van beleidsmaatregelen

Uit de ongeveer 1.050 dagelijkse reacties kwam de volgende prioriteitenlijst naar voren:

Het opvallendste resultaat is dat leraren een lerarendiploma als hoogste prioriteit zien, een maatregel die in geen enkel partijprogramma expliciet werd opgenomen als vereiste (maar wel in Nederland eveneens zeer populair bleek). Het voorstel voor gratis schoolmaaltijden – prominent aanwezig in vier partijprogramma's (Groen, Open Vld, PVDA en Vooruit) – eindigt slechts op de zevende plaats. De maatregelen om buitengewoon onderwijs af te bouwen en Nederlands te verplichten op de speelplaats staan onderaan de lijst. Dit suggereert dat deze laatste maatregelen minder prioritair worden geacht in vergelijking met andere beleidsvoorstellen.

Bij het vergelijken van de antwoorden van leraren uit verschillende onderwijsniveaus (kleuter, lager en secundair) blijkt dat de eerste drie en laatste drie prioriteiten in alle groepen consistent blijven. Er is slechts een kleine variatie in de volgorde van prioriteit: leraren in het lager onderwijs hechten iets meer belang aan het versterken van lerarenopleidingen dan aan het moeten beschikken over een lerarendiploma voor de klas. Een vergelijking op basis van ervaring van leraren laat eveneens zien dat dezelfde drie maatregelen hoog scoren en dezelfde twee laag scoren, ongeacht het aantal jaren ervaring dat de leraren op de teller hebben. Bij leraren met minder dan 10 jaar ervaring komt het lerarendiploma wel op de derde plaats te staan. Zij vinden het versterken van de lerarenopleidingen en het omkaderen van starters iets belangrijker.

Conclusies

Dit onderzoek onthult een opmerkelijke overeenstemming onder leraren over de prioriteiten in het onderwijsbeleid. Het belang van een lerarendiploma, versterking van lerarenopleidingen en betere omkadering voor afstuderende en startende leraren wordt door elke onderwijsgroep erkend. Aan de andere kant zijn er maatregelen die als minder prioritair worden gezien, zoals het geleidelijk afbouwen van buitengewoon onderwijs en het verplichten van Nederlands op de speelplaats.

We hopen dat de nieuwe beleidsmakers straks gebruik maken van deze resultaten. Wie weet inspireert het hen om via Teacher Tapp vragen te stellen aan de mensen die het onderwijs dagelijks maken en wiens werk ze met hun beleid direct beïnvloeden: leraren, schoolleiders en onderwijsondersteuners.