Studenten die een extra onderwijsvak opnemen, lopen één periode stage.

Tijdens deze stageperiodes worden ze begeleid door de vakmentoren op de stageplaats én komt een hogeschooldocent uit de onderwijsvakken of domeinen langs. De docent evalueert de stages, samen met de (vak)didactische kennis die studenten op de hogeschoolcampus opdoen, op basis van de competentiematrix.

Stageplaatsing en -organisatie

Studenten kiezen in het tweede jaar zelf hun stageplaats, de aanvragen gebeuren via lerarenstage.be. Het stagecontract moet uiteraard ondertekend zijn voordat de stage begint. Studenten zijn verplicht aanwezig op het introductiemoment van hun stageschool en worden hiervoor vrijgesteld van eventuele lessen op de hogeschoolcampus.

Voor het gros van deze studenten ziet het stagepakket er als volgt uit:

4 uur observatie (per vak)
16 uur lesgeven (per vak)

Voor studenten die al lesgeven in het betreffende onderwijsvak:

2 uur observatie bij de vakmentor
8 uur lesgeven bij de vakmentor
10 uur stage in hun eigen lesuren

Voor studenten die stage lopen in het vak Nederlands als tweede taal (NT2):

10 uur stage in een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO)
2 uur observatie in een secundaire school
8 uur lesgeven in een secundaire school

Stageinvulling

De mentor geeft bij de observatieuren de lesonderwerpen op voor de actieve stage.

Voor elke les deelt de student de lesfiche met de mentor. Tijdens de les vult de mentor het begeleidingsdocument aan en gebruikt dit al basis voor mondelinge feedback na de les. Als de mentor niet direct beschikbaar is, wordt er een geschikt moment voor feedback gepland. 

Studenten vullen in de week na hun stage een balansopdracht in, waarin hun groei op verschillende competenties wordt geëvalueerd. Een link naar deze digitale balansopdracht wordt via mail gedeeld met de mentor, die reageert op wat de student schrijft, bevestigt, ontkracht en geeft dus zijn/haar/hun inschatting van de student geeft.

Mogen we vragen dit binnen de week na ontvangst van de e-mail in te vullen? De stagebegeleider vanuit de hogeschool gaat hier dan verder mee aan de slag.