RAPPORT - Inkorten zomervakantie?

De discussie over de duur van de zomervakantie in Vlaanderen gaat onverminderd door, verhevigd door veranderingen in het Franstalig onderwijs in Wallonië en Brussel. Daar is besloten de zomervakantie in te korten ten gunste van een meer gelijkmatige verdeling van rustperiodes gedurende het schooljaar. Deze beslissing bracht een golf van reacties teweeg en leidt tot debatten over de implicaties van dergelijke hervormingen. Wat beweert het werkveld over de voor- en nadelen van het inkorten van de zomervakantie? Teacher Tapp Vlaanderen vroeg het aan de leraar zelf en verzamelde enkele nieuwe en soms verrassende inzichten. 

Raadpleeg hier het rapport.
Lees hieronder een korte samenvatting van het rapport.

Onderzoek en Resultaten 

Een recent onderzoek onder Vlaamse onderwijsprofessionals door Teacher Tapp Vlaanderen (een project van Arteveldehogeschool) toont aan dat de meningen over de zomervakantie verdeeld zijn: van de 1.034 respondenten is 46% tegen inkorting, terwijl 36% voorstander is. 18% duidt ‘neutraal’ aan. Er zijn weinig verschillen tussen basis- en secundair onderwijs. Wat wel te zien is in de resultaten, is dat leraren met minder ervaring eerder voor inkorting zijn dan hun collega’s met meer jaren ervaring op de teller. 

Door middel van een open vraag werd vervolgens gepeild naar de voor- en nadelen van het inkorten van de zomervakantie. Dit onderzoek onthult onderbelichte aspecten van de discussie over de lengte van de zomervakantie. Het biedt een rijk en genuanceerd inzicht in de verschillende perspectieven van onderwijsprofessionals. Ook voor mensen buiten het onderwijs geeft dit rapport een unieke inkijk in de realiteit van leraren en leerlingen, en de impact die beleidsveranderingen kunnen hebben op hun dagelijks leven. 

Argumenten voor en tegen het inkorten 

Thema’s die zowel bij voor- als tegenstanders voorkwamen, waren: de aandacht voor leerprestaties, de mogelijke impact op het lerarentekort, bezorgdheid voor directies, en de hoge nood aan ontkoppelen. 

Een greep uit de antwoorden: 

VOOR VERSCHUIVEN VAN TWEE WEKEN TEGEN VERSCHUIVEN VAN TWEE WEKEN 

Negatieve impact op leerprestaties, zeker voor leerlingen met een andere thuistaal of lage sociaal-economische status. 

Verwaarloosbare impact op leerprestaties. In september wordt toch herhaald.
Beter voor leerlingen uit verontrustende thuissituaties die best niet te lang wegblijven van school.  Het is een recht van scholieren om de school even helemaal te vergeten.
Meer rust en balans doorheen het jaar. Meer kansen tot deconnecteren. Betere werkdrukverdeling. Eén lange rustperiode in de zomer om de batterijen volledig op te laden.
Evenwichtigere verdeling van schoolperiodes en vakanties zorgt voor meer structuur, meer voorspelbaarheid en meer continuïteit in het leerproces.  Nood aan voldoende voorbereidingstijd voor het nieuwe schooljaar voor leraren, en in het bijzonder voor directie en ondersteunend personeel. Liever geen langere vakantie in donkere en kortere dagen met meer kans op slecht weer (herfst- en krokusvakantie). 
Langdurige verveling tegengaan. Hitteproblemen in de zomer (veel scholen hebben geen airconditioning). 
Gelijk systeem met Franstalig onderwijs in Wallonië en Brussel. Betere afstemming. Negatieve impact op toerismesectoren en jeugdwerk. 
Acht weken duurt te lang. Zes weken is voldoende.  Leraren hebben geen acht weken vakantie. In juli is een groot deel nog aan het werk, en half augustus start iedereen terug op. 

 

Voorstanders van de inkorting benadrukken potentiële voordelen voor leerprestaties, vooral bij taalzwakke leerlingen en kinderen uit sociaal-economisch zwakkere milieus. Daarnaast wijzen ze op een gelijkmatigere verdeling van rustperiodes door het schooljaar heen, wat kan bijdragen aan een betere werk-privébalans. De uniformiteit met het Franstalige systeem zou bovendien logistieke voordelen kunnen bieden. 

Tegenstanders beklemtonen daarentegen de noodzaak van een langere onderbreking voor volledige recuperatie van leraren en leerlingen. Ze brengen praktische bezwaren naar voren zoals infrastructuurproblemen en organisatorische uitdagingen, en wijzen op de onmisbare voorbereidingstijd die de huidige zomervakantie biedt. 

Wat betekent dit voor Vlaanderen? 

Dat het debat over de zomervakantie complex is, hoeft geen betoog. Een verandering in de vakantiestructuur kan ingrijpende gevolgen hebben voor alle betrokkenen binnen het Vlaamse onderwijssysteem. De inzichten die dit onderzoek biedt, kunnen bijdragen aan het maken van een weloverwogen beslissing die niet alleen educatieve voordelen, maar ook logistieke en psychosociale aspecten in acht neemt. 

Het is tijd om het gesprek over de zomervakantie naar een hoger niveau te tillen.