Welke context is noodzakelijk?

Op deze website vind je onder de tab ‘EDO in de klas’ een kader, methodieken, literatuur en getuigenissen die helpen de eigen lespraktijk te evalueren en mee vorm te geven mbt EDO. Hierbij wordt er voornamelijk gefocust op de leerlingen en hoe je doelstellingen kan voorop stellen die een bijdrage leveren aan actief burgerschap. Echter is het mbt EDO van belang om eveneens je positie en rol als leerkracht in vraag te stellen.

Anders dan in klassieke lessen is de leerinhoud niet zomaar representeerbaar. EDO behandelt complexe & controversiële vraagstukken ('wicked problems') die ons allen aangaan en waarop geen eenduidige antwoorden bestaan. Eveneens bots je als leerkracht op onzekerheden en eigen gedrag dat indruist tegen duurzaamheidsprincipes (bv. Vliegtuigreizen, autogebruik, eetgewoontes). Belangrijk hierbij is dat leerlingen leren communiceren over mogelijkheden, eigen praktijken evalueren en terugkoppelen aan hun omgeving, stilstaan bij keuzes die ze al dan niet maken, … Deze zaken komen gedeeltelijk aan bod in de categorie ‘Wat neem ik mee en wil ik delen’ van het ontwikkelingsinstrument. Echter biedt het aangeboden instrument geen garantie tot verdieping en kan het doorlopen pad (te) oppervlakkig worden ingevuld.

Het is eveneens fundamenteel je af te vragen hoe je zal omgaan met uiteenlopende reacties van leerlingen, hoe je een onderzoekend, kritisch en creatief klimaat kan creëren waarbij leerlingen een gevoel van eigenaarschap kunnen ontwikkelen (en dus ook kunnen falen). Daarom is het dus niet enkel van belang stil te staan bij de gebruikte methodieken, en de doelen die je hieraan koppelt, maar als leerkracht ook overkoepelende competenties (zoals kritisch denken, creatief denken, dialoog competenties) centraal te stellen doorheen het volledige proces:

Dialoog

  • Gaan de leerlingen in dialoog tijdens de les?
  • Gaan de leerlingen in debat tijdens de les?
  • Zijn leerlingen in staat zich te verplaatsen in verschillende standpunten?
  • Staan de leerlingen open voor verschillende meningen?
  • Wordt er genuanceerd geargumenteerd?

Creatief denken

  • Kunnen leerlingen vorm geven aan denkprocessen? (verbeelding)
  • Zijn leerlingen in staat complexe systemen te verbeelden?
  • Formuleren leerlingen originele mogelijkheden voor doelen/acties/problematieken?
  • Selecteren leerlingen passende mogelijkheden voor doelen/acties/problematieken?

Kritisch denken

  • Stellen leerlingen spontaan kritische vragen?
  • Zijn leerlingen kritisch ten op opzichte van zichzelf en de mening van anderen?
  • Worden informatiebronnen kritisch benaderd?

Voor meer achtergrondinformatie en concrete methodieken rond bovenstaande competenties: klik hier.