Didactische insteken
Wetenschapsdidactiek
Geïntegreerd werken in wetenschapsonderwijs wordt vaak in verband gebracht met een eenzijdige aanpak van projectmatig werken, waarbij onderzoekend leren en zelfontdekkend leren als dé ultieme leermethodes worden gezien. Hoewel deze aanpakken zeker heel wat te bieden hebben voor wetenschapsonderwijs, wijst onderzoek uit dat ook andere onderwijsaanpakken effectief zijn in wetenschapsdidactiek, al dan niet in een geïntegreerd curriculum. Zo geeft recent PISA-onderzoek aan dat leerkracht-gestuurde instructie en adaptieve instructie samenhangen met goede prestaties voor wetenschapsvakken.
We kunnen concluderen dat een evenwicht in onderwijsaanpakken aangewezen is. Of, anders gezegd:
Even if there is no single ‘best’ way of teaching, students need teachers who are challenging and innovative in the way they combine different instructional practices, and who can reach all types of learners.
(OECD, 2016, p.63)
Concrete didactische insteken voor NR(T)
In wat volgt worden vijf didactische insteken voor de leerplannen NR(T) toegelicht. Deze insteken steunen op de opgedane theoretische inzichten rond vakkenintegratie en wetenschapsonderwijs, afgetoetst aan de professionele ervaring van leerkrachten. Het is een mix van verschillende onderwijsaanpakken, die vooral binnen de multidisciplinaire en interdisciplinaire vorm van vakkenintegratie geplaatst kunnen worden.
-
Projectmatig werken: Gedurende een aantal lestijden (van NR(T) of de drie afzonderlijke vakdisciplines samen) onderzoeken de de leerlingen samen een centrale vraag of bestuderen ze een vakoverschrijdend probleem door vanuit de verschillende vakdisciplines de vraag of het probleem te benaderen. Zelfontdekkend en samenwerkend leren, via verschillende activerende werkvormen, staan voorop.
-
Thematisch werken met een brugles: De verschillende doelen uit de te integreren vakdisciplines worden onder één noemer, een thema, geplaatst. Deze vakspecifieke doelen worden in een aantal lessen in de vakdisciplines elk afzonderlijk, maar wel quasi gelijktijdig, behandeld. De verbanden tussen deze doelen kunnen, bij aanvang of aan het einde van het thema, zichtbaar gemaakt worden via een vakoverschrijdende brugles.
-
Werken met actualiteit: Thema’s en projecten dienen te vertrekken vanuit actuele maatschappelijke kwesties, geeft onderzoeksliteratuur aan. Actualiteit kan bijgevolg een belangrijk onderdeel van NR(T) zijn. Dit kan op verschillende manieren gebeuren: niet alleen als vertrekpunt, maar ook als rode draad, onderzoeksopdracht, bij voorbeelden en oefeningen, e.d.
-
Werken met de Big Ideas: Binnen wetenschapsonderwijs wordt ook de link verwacht tussen actuele maatschappelijke kwesties en wetenschappelijke conceptuele ideeën, zoals de big ideas. Deze wetenschappelijke kernideeën zijn zeker bruikbaar in de interdisciplinaire lesaanpak van NR(T), aangezien ze de aparte vakdisciplines overstijgen.
-
Terreinstudie: Een geïntegreerde aanpak in NR(T) kan ook gerealiseerd worden via een terreinstudie. De studie van de natuur, de ruimte en technische processen kan immers niet zonder reëel contact met deze natuur, ruimte en technische processen en zonder te ervaren hoe iets ‘in de praktijk’ werkt. De leerplannen NR(T) verplichten dan ook tot het een terreinstudie en het uitvoeren van terreinwaarnemingen en -technieken bij meerdere doelen.